Het trainen op een roeitrainer is effectief met betrekking tot meerdere aspecten. Veel mensen lijken zich dat te realiseren en gebruiken dit apparaat in de sportschool of thuis. In dit artikel leggen we uit waarvoor roeien effectief is en welke spieren je ermee traint. 

Op welke manieren is roeien effectief? 

Het ligt er ten eerste aan wat je trainingsdoel is om te bepalen of roeien ook effectief is voor jou. Als je kracht en uithoudingsvermogen wilt opbouwen is de roeitrainer iets voor jou. Als je niet veel tijd hebt om beide trainingssoorten apart uit te voeren, is de combinatie die roeien je biedt ideaal. Je kunt de nadruk meer bij conditie en kracht of uithoudingsvermogen en afvallen. Als je intensief roeien afwisselt met rustig roeien, boek je vooral vooruitgang ua kracht en conditie, terwijl een constanter, rustig, maar uitdagend tempo past bij het doel van afvallen en uithoudingsvermogen opbouwen. 

Welke spieren spelen een rol in roeibeweging?

De roeibeweging bestaat uit vier verschillende stappen: 

  • de aanzet, 
  • de afzet, 
  • de trekfase, en
  • het terugrollen.

De rol van spiergroepen variëren per fase. 

Aanzet

Hier begin je de roeibeweging. Het lijkt een beetje onnodig om dit uit te leggen, maar qua spiergebruik is dit een belangrijk onderdeel. Je gebruikt namelijk veel spieren om een ommekeer te maken in je richting. Je gebruikt hiervoor je schenen, bilspieren en schouders.

Afzet

In deze stap houd je het handvat met gestrekte armen voor je vast en zet je met je benen af, zodat je met de stoel naar achter schuift. Je kuiten en bovenbenen worden hier vooral bij belast. De hamstrings en schenen spelen ook een kleine rol. 

Trekfase

Wanneer je benen bijna volledig gestrekt zijn, begint de trekfase, waarin je begint met trekken. Ten eerste houd je je rug goed recht en gebruik je je schouder- en rugspieren om de achterwaartse beweging met je schouders en rug bij te staan. Daarnaast trek je het handvat naar je toe met je armen, specifieker, je biceps en triceps. 

Terugrollen

Nadat je helemaal naar achteren bent gegaan, kun je niet weer direct terug naar de aanzet. Eerst moet je immers nog terug naar voren. Het is wel het rustigere gedeelte van de oefening, waarbij je vooral je buikspieren nodig hebt om te balanceren. 

 

Bron: https://www.fitnessdelivery.nl/